De kunst van het ruzie maken

heerlijk schommelen op een springtouw

.

Het plein is prachtig. Er zijn plekken met zand, er is een modderkeuken, een waterbaan, heel veel groen, een glijbaan en een hoge klimtoren. Maar er zijn geen schommels.

Hoe het is ontstaan weet ik niet maar vanaf het moment dat er springtouwen waren, maakten de kinderen van die springtouwen schommels. Dat is niet eenvoudig, het touw moet hoog genoeg opgehangen worden. Balancerend boven in een klimrek moet je een stevige knoop zien te maken. De meeste touwen zijn te kort, dus moeten er twee aan elkaar worden geknoopt. Eigenlijk is er altijd wel een klein beetje hulp van een volwassene nodig. Maar als het dan uiteindelijk lukt is het feest! Iedereen wil wel een keer schommelen op het springtouw.

Samen spelen

Het is Zeynep gelukt om zo’n schommel te maken. Toch komt ze na een kwartiertje verontwaardigd, boos en hard huilend bij me. Ze is geslagen! Als ik erachter probeer te komen wat er is gebeurd, zegt ze uitdagend dat ze niet gaat tellen! ‘Wilden andere kinderen ook op je schommel?’, vraag ik voorzichtig. ‘En moesten jullie toen om de beurt schommelen? Dan is het natuurlijk handig om tot tien te tellen. Allemaal tien keer schommelen is eerlijk.’ ‘Nee!’, ze kruist haar handen over haar borst en kijkt me onverzettelijk aan. ‘Ik ga niet tellen!’ Terwijl ze me een woedende blik toewerpt voegt ze daar nog een vernietigende grom aan toe.

In mijn hoofd ontstaat een beeld van de situatie en aarzelend begin ik te praten. ‘Je was wel lang bezig met het maken van de schommel hè? Had juf je een beetje geholpen? En wilde Naima toen ook op de schommel die jij had gemaakt? Moest je toen om de beurt doen?’ Zeynep trekt haar schouders op, ze keert zich demonstratief van mij af, maar ik zie dat ze luistert. ‘Jij wilde zeker niet om de beurt doen maar gewoon lekker lang op de schommel. En toen ging Naima je slaan?’ Met een klein zuchtje zakken Zeyneps schouders iets naar beneden. ‘Heb je Naima toen teruggeslagen?’

Ongehoorzaam zijn is ongehoord zijn

Charlotte Visch schrijft in haar boek ‘De sleutel tot je kind’ hoe ongehoorzaam zijn vaak een ongehoord zijn is. Het lijkt erop dat Zeynep zich herkent in mijn verhaal en zich, in ieder geval een beetje, begrepen voelt. ‘Wordt je er boos van als je van de schommel af moet?’ vraag ik. En als ik haar ongelukkig gezicht zie, voeg ik daar aan toe: ‘of ben je verdrietig?’ ‘Ja, verdrietig!’ beaamt ze volmondig. Voor het eerst kijkt ze me aan en ik zie haar ontspannen.

Vaak is Zeynep blij en enthousiast als ze ’s ochtends de school binnen stapt, vol zin in de nieuwe dag. Maar regelmatig slaat dat plezier plotseling om en trekt ze zich demonstratief bokkend terug uit het groepsgebeuren, terwijl ze ook regelmatig andere kinderen dwars zit. Het is dan moeilijk om er achter te komen wat er aan de hand is.

Nu kruipt ze naast me op het bankje, terwijl ze me toevertrouwt dat niemand met haar wil spelen. We kijken het plein rond waar iedereen bezig is; alleen, met z’n tweeën of in een grotere groep. ‘Met wie zou je willen spelen?’ vraag ik. Dat weet ze meteen. ‘Met Naseem!’ Dat snap ik goed. Naseem is altijd bereid om te luisteren, ze is aardig, kan ontzettend genieten en zit vol fantasierijke plannetjes. ‘Maar Naseem speelt altijd met Thera.’ Dat is waar. Ook nu is ze ietsje verderop bezig emmers te vullen met zand, samen met de kleine Thera. Thera die net op school is en terwijl ze geen woord zegt toch heel goed duidelijk kan maken wat ze wil; met gebaren, met haar blik of met een duw als het moet. Iedereen vindt Thera lief en schattig. En voor Naseem bestaat er geen groter verdriet dan Thera die haar duidelijk maakt dat ze haar vriendin niet meer wil zijn.

Ruzie maken is een kunst

‘Misschien kun je vragen of je mee kunt spelen?’ stel ik voor. ‘Nee, altijd Thera, Thera, Thera! Ik niet!!’ Samen kijken we nog even naar de spelende kinderen. Naar Naseem en Thera die de gevulde emmers zand versieren met takjes, bloemen en steentjes. Toch lijkt er voor even iets opgelost want ik krijg een knuffel en Zeynep springt op om zich met hernieuwde energie in het speelgewoel te storten.

Het is niet altijd makkelijk om op een aardige, constructieve manier duidelijk te maken wat je wilt. Zeker als je de Nederlandse taal nog niet zo machtig bent. Ook ruzie maken, boze dingen roepen, duwen en trekken is een poging om te communiceren, al is het een onhandige. Het is best eng om de tijd te nemen om ruzie te maken. Om duidelijk te maken wat jij wilt en bij je standpunt te blijven, ook als een ander dat niet ziet zitten. Het is lastig te vertellen wat jij niet eerlijk vindt. Moeilijk om te zeggen wat je anders zou willen.

De tijd nemen (en krijgen) voor een goede ruzie kan het op school een stuk fijner maken. Voor Zeynep is het een kunst die ze nog niet helemaal beheerst. Maar misschien zijn de eerste stappen gezet, gewoon doordat ze merkt dat ze boos en verdrietig mag zijn. En ik neem me voor om haar wat vaker te steunen in al die kleine en grote conflictjes die we samen oplossen in onze groep.