In januari 2013 werken we in onze groep 1/2 rond het thema ziek en gezond.
De kinderen spelen in de doktershoek; de dokter onderzoekt zieke kinderen, opereert en schrijft op wat iedereen mankeert. In de apotheek die ontstaan is in de watertafel worden drankjes gemaakt en verkocht. We ontvangen een moeder-verpleegster als gast in de klas en in boeken lezen en kijken de kinderen hoe hun lijf er van binnen en van buiten uitziet, wat je moet doen als je ziek wordt of een ongeluk(je) krijgt en wat een dokter allemaal doet. Ook vertellen en tekenen de kinderen veel over hun eigen ervaringen. Het gaat over schaafwonden en ziek in bed liggen, over amandelen knippen in het ziekenhuis, over hoe je weer beter wordt maar ook over de opa die dood ging.
We zijn briefjes aan het maken. Nepschrijven, gewoon boogjes. We zeiden: ‘Wat heb je?’ De dokter zei dan bijvoorbeeld: ‘Heb je misschien koorts?’
Toen was ik aan het koken. Omdat sommigen heel lang in het ziekenhuis moeten blijven. Anders hadden ze geen eten en drinken. Het is gezond eten: meloen, banaan, ananas en druiven.
Pip bracht eten voor mij. Ik had een gebroken been. Annelotte was de dokter en die ging mij beter maken.
In kleine groepjes vraag ik de kinderen te tekenen en te schilderen over hun eigen ervaringen. Af en toe wordt er stil en geconcentreerd gewerkt maar vaker nog kun je de kinderen druk met elkaar horen praten. Ze vertellen waar hun tekening over gaat, ze benoemen problemen die ze moeten oplossen of stellen elkaar vragen. Soms worden hele verhalen hardop uitgespeeld. Af en toe komen dezelfde elementen terug in verschillende tekeningen maar ze hebben niet altijd dezelfde betekenis. Zo hangt er bij Iza en Annelotte allebei was buiten op hun tekening. Maar terwijl de was bij Annelotte de gezelligheid van het ziek op de bank liggen oproept, benadrukt het bij Iza juist de tegenstelling tussen het leven buiten en het lege huis van de dode opa.
Na afloop vraag ik ieder kind of het wil vertellen bij zijn tekening. Het is wonderlijk hoe graag ze dit doen. Na het een of twee keer te hebben gezien weten de meesten precies wat ze willen vertellen en hoef ik bijna niets meer te vragen.
In de kring bekijken we de tekeningen en lees ik de verhalen voor aan een zeer geïnteresseerd publiek. Nanne vertelde over haar papa die die zich in zijn duim sneed en samen met mama in een boom om hulp zat te roepen. Ik zeg hoe mooi ik de laatste zin vind: Toen verscheen de regenboog. Alsof alles toch weer goed komt. Ja, zegt Mees, omdat haar mama en papa natuurlijk over die regenboog weer naar beneden kunnen klimmen. Maar dat hebben we niet goed begrepen. Dan zouden de takken van de boom helemaal in de war kunnen komen met de regenboog. En er ontspint zich een gesprek over hoe de papa en mama dan wel uit de boom kunnen komen.
Dag Hanneke,
Wat een prachtige en ontroerende site, en dan heb ik alleen nog maar je thema over ziek en gezond gelezen. Ik wou dat ik nog kleine kinderen had, dan wou ik dat jij hun juf was 😉
liefs Claudi