Stenen

In groep 2 werken en spelen we rond het thema STENEN.

In de klas wordt een stenen-museum ingericht. We lezen het verhaal van Max en de toverstenen, de kinderen tekenen en vertellen erover en spelen het verhaal in de zandtafel uit. Er ontstaat een steenwerkplaats in de klas, ieder kind legt het woord steen met kleine kiezels op tafel, de stenen worden gewogen en vergeleken en hiervan doen de kinderen op hun eigen manier verslag.


IMG_2134

Het stenen-museum

Als ik aan de kinderen vraag of ze thuis bijzondere stenen hebben steekt bijna iedereen zijn vinger op. ’s Middags liggen er veel verschillende stenen en ook enkele schelpen op de tafel.

We besluiten een stenen-museum in te richten in de klas. Hoe zou dat eruit kunnen zien; een stenen-museum? Heel belangrijk vinden de kinderen de ingang met een poortje waar je alleen doorheen kan als je een kaartje hebt. Met een stok is die ingang zo gemaakt. Er moet een kassa komen waar de kaartjes gekocht kunnen worden. En dan het museum zelf met veel stenen en briefjes waarop staat wat je allemaal ziet. En boeken om in te lezen hoe de stenen heten. De kinderen kunnen bijna niet wachten met beginnen. Achter de kassa zitten is erg leuk. Met stempels worden kaartjes gemaakt. Ze besluiten dat er maar drie kinderen tegelijk in het museum passen. Dus regelmatig staat er een lange rij voor het museum te wachten. En het is opvallend hoe veel geduld  de kinderen op kunnen brengen als ze in die rij staan.

In het museum kun je:

  • ordenen
  • groepjes maken
  • reeksen maken
  • tellen
  • vergelijken
  • onderzoeken
  • betalen
  • lezen over stenen
  • praten over stenen
ordenen
lezen over stenen
reeksen maken
toegangskaartjes maken
geduldig wachten in de rij voor de kassa
hebben we geld genoeg om nog een keer naar het musem te gaan?
een kaartje kopen
en dan eindelijk naar binnen door het poortje

Max en de toverstenen

In de klas lezen we het boek ‘Max en de toverstenen’ van Marcus Pfister. Op de helft van het boek kun je kiezen voor de goede of voor de slechte afloop. Voorlopig laten we het laatste stuk van het boek nog even dicht. Eerst bedenken we zelf wat er allemaal zou kúnnen gebeuren. Heel verschillende gebeurtenissen passeren de revu; van grote rampen met een zinkend eiland en verdrinkende muizen tot muisjes die alles schoon en mooi maken. Maar wat is eigenlijk een afloop? En wanneer is een afloop goed en wanneer is ‘ie slecht? Met elkaar vertellen we het verhaal opnieuw in onze eigen woorden terwijl we goed naar de illustraties kijken:

Dit verhaal gaat over het rotseiland midden in de zee met de wondersteen erop. De muizen liggen op de rots en kijken naar de maan en de sterren. Ze schuilen in de holletjes voor de wind (en de sneeuw). Dan vindt Max een gouden wondersteen in een spleet in de rotsen. Alle muizen komen naar Max toe omdat hij zo’n mooie en warme fonkelsteen heeft gevonden. De oude muis Baltazar zegt: ‘als je iets neemt van het eiland moet je ook iets teruggeven’.

De laatste zin intrigeert: Waarom zegt Baltazar dat en wat bedoelt hij daarmee? Het heeft iets te maken met zorg voor het eiland. De kinderen denken dat het eiland anders wel eens heel boos kan worden. Als je zomaar iets pakt dat niet van jou is, moet je misschien ook iets teruggeven?

En wat zouden zij zelf doen als ze zo’n mooie steen vonden? Sommige kinderen zouden hem meteen verstoppen en het aan niemand vertellen. Anderen zouden ‘m juist weggeven en alle andere stenen samen delen met de andere muizen. Daphne zou net doen of ze ‘m niet gezien had, zo kunnen er geen erge dingen gebeuren want het is eigenlijk pikken wat je doet. Met elkaar vragen de kinderen zich af wanneer iets eigenlijk van jou is en wanneer je het mag pakken. En als iets stuk gaat als je het pakt moet je het dan weer maken?

In kleine groepjes tekenen en vertellen de kinderen een eigen einde van het verhaal. Samen bedenken ze of ze een goede of een slechte afloop gaan maken. De meeste groepjes zijn het snel met elkaar eens. Al is het bedenken van een slechte afloop best spannend. Af en toe wil een kind toch maar snel even een andere draai geven aan het verhaal. Het bedenken van een goede afloop stelt gerust. Maar als we eindelijk het einde van het echte boek gaan lezen wil iedereen eerst weten wat de slechte afloop is. Daarover bestaat geen enkele twijfel.

Samen lezen

Uiteindelijk kopieer  ik voor ieder kind het boek waaraan hij zelf heeft meegeschreven. Samen kijken en lezen de kinderen hun eigen boeken.

Het muizeneiland in de zandtafel

Ik vraag de kinderen om in tweetallen 2 precies dezelfde muizen te maken van gekleurde bolletjes en pijpenragers. Ze moeten meten of de staarten wel even lang zijn en kijken of de lijfjes, oren en kopjes dezelfde kleur zijn. Ook moeten ze het eens worden of de muis wel of geen oren krijgt, welke kleuren worden gebruikt en hoe lang die staart eigenlijk moet worden.

De 28 muizen krijgen een plek in de zandtafel. Met een berg stenen wordt het rotseiland gemaakt en ergens zitten goud geschilderde stenen verstopt. Nu kunnen de kinderen in de zandtafel het verhaal uitspelen.

SteenwerkplaatsIMG_2122

In de klas hebben we een klein atelier. Hierin ontstaat de ‘steenwerkplaats’.

Als ik een aantal spekstenen, vijlen, kleine beitels en stukken schuurpapier meeneem hebben de kinderen meteen grootse plannen: Ze willen beelden maken van hondjes of een boot. Maar eenmaal aan het werk gebeuren er hele andere dingen. Het blijkt dat je poeder kunt maken door de steen te schuren. Sommige kinderen blijven hier dagen lang mee bezig. Potjes worden gevuld om tentoon te stellen in het stenen-museum. De kinderen houden bij hoeveel poeder ze  met elkaar in één speel-werktijd kunnen maken. Er wordt vergeleken wie het meeste heeft en op welke manier het het snelst gaat. Sommige vijlen werken beter dan anderen. Dus dat is niet eerlijk. Samen bedenken ze hoe er op een eerlijke manier gewisseld kan worden van gereedschap. Als ik een natte doek op de tafel leg omdat ik bang dat het steengruis te veel stuift wordt er heftig geprotesteerd. Het natte stof kan niet zo makkelijk in een potje geveegd worden.

Samen werken in onze steenwerkplaats

Al doende leren de kinderen de stenen steeds beter kennen. Hoe zwaar hij is. Hoe hij aanvoelt. Hoe hij verandert. Hoe zacht speksteen is en wanneer hij breekt. Wat er gebeurt als je de steen nat maakt. En langzaamaan worden ook andere dingen belangrijk: Een steen die heel glad geschuurd is voelt heel lekker. En kan hij nog gladder worden? Er ontstaan herkenbare elementen; een gekartelde dinosaurus-rug, een heel klein bootje dat toch op het laatst nog in 2 stukjes breekt; wat jammer! En dan ineens zijn sommige stenen af. Ze krijgen een plekje in het stenen museum.

.

De kristal van Floortje

Floortje heeft een prachtige ‘kristal’ mee. In de kring vertelt ze erover en de hele dag houdt ze hem angstvallig dicht bij zich. Alleen haar beste vriendinnen mogen hem af en toe wat beter bekijken en al die glinsterende paarse stekeltjes aanraken. Als we naar huis gaan zie ik dat ze niet mee naar buiten komt. In de gang hoor ik het al: de kristal is stuk gevallen! In duizenden kleine scherfjes ligt ‘ie op de grond en Floortje is ontroostbaar. Heel secuur zoeken we alle kleine stukjes bij elkaar en doen ze in een glazen bak. Met een beetje water erbij ziet het er eigenlijk heel mooi uit.

De volgende dag legt Floortje met hulp van juf en twee vriendinnen het hele verhaal van de kristal met de magneetletters.

kristal
kristal 1

 

IMG_2128

Wegen

De stagiaire introduceert een keukenweegschaal en een balansweegschaal. In de gang hangen we een,  van een klerenhanger gemaakte, balansweegschaal op en we zetten de keukenweegschaal op een tafeltje. Annemie en Klaar gaan als eerste met de weegschaal aan het werk. Vooral Annemie is gefascineerd door het wegen. Eerst worden de verschillende stenen gewogen. Daarna wordt het gewicht van de stenen vergeleken met allerlei andere spullen uit de klas. Al snel bedenken de meiden een taakverdeling: Klaar zoekt in de klas allerlei dingen en nadat ze samen hebben gekeken hoeveel stenen je in het andere bakje moet doen om de weegschaal in balans te brengen tekent en schrijft Annemie het resultaat op een blaadje.

De volgende dag wil Annemie graag verder met wegen. Ik vraag haar om uit te leggen aan Thijs hoe je kunt werken met de weegschaal. Thijs bedenkt een heel andere manier om op te schrijven wat er is gewogen.

Op deze manier is er steeds een expert die het wegen introduceert bij een kind dat graag in de weeghoek wil werken. Er worden veel stenen gewogen, er worden verslagen gemaakt en een aantal kinderen legt de stenen op volgorde van licht naar zwaar.

Eén reactie

Reacties zijn gesloten.