De Biënnale van Venetië en Mark Manders

3241-

SONY DSC

Met mijn twee volwassen kinderen naar de Biënnale in Venetië. Dat is nieuw, spannend, interessant en vooral ontzettend leuk. Tussen het inpakken en het bestuderen van de plattegronden en bootlijnen door, zoek ik de aflevering van Mark Manders uit de prachtige serie ‘Hollandse Meesters’ nog maar eens op. Mark Manders vertegenwoordigt Nederland in het Rietveld-paviljoen met ‘Room with Broken Sentences’.  In de documentaire beweegt hij door zijn atelier. Een grote ruimte met overal plekken met werk. ‘Living Room Scene’ bijvoorbeeld. Een aantal stoelen waarvan de bovenkant is afgezaagd, een triplex plaat, een band daaromheen, een brok klei. Overal in zijn werkplek staan tafels, stoelen, gereedschap, rekken met buizen, botten, onderdelen, touw, stenen, wol, verf en kwasten. Er liggen fabriekspijpen, bakstenen, houten platen, er staat een heftruck, ergens hangt een muur van plastic. En Mark Manders praat. Zorgvuldig formuleert hij, enigszins binnensmonds welke gedachten en ideeën ten grondslag liggen aan zijn werk. Al eerder hoorde ik hem in andere filmpjes dezelfde dingen zeggen. Toch is het niet afgezaagd of een herhaling van zetten. Ieder woord is doordacht, geproefd en zorgvuldig op de juiste plek gezet. Zoals hij dat doet met het neerzetten van theezakjes. De theezakjes gaan bijna als woorden functioneren en ‘vormen een zin, niet een zin die iets zegt maar één die iets probeert te zeggen.’

En terwijl ik kijk hoe Manders praat en loopt en af toe iets opraapt, verzet of een tekening uit een rek pakt om te laten zien wat hij wil met een werk, denk ik aan de ateliers die we inrichtten op school voor de kinderen.  Manders laat zien hoe hij de hele dag rondloopt, hoe hij bijvoorbeeld op zoek is naar een stuk hout, een beetje voorover gebogen, flinke passen, zoekende ogen, maar dan iets anders tegenkomt dat veel geschikter is. ‘Alles is er op ingericht dat ik voortdurend ideeën krijg. Heel vaak denk ik dat ik zelf geen ideeën heb maar dat het het atelier is dat mij ideeën geeft. Een machine die voortdurend ideeën genereert.’ En zo zag ik het ook bij de kinderen. Ze bewegen door het atelier, ze lopen heen en weer, gaan op zoek en komen iets anders tegen. Het materiaal wordt onderzocht, neergelegd, geordend, verplaatst. In Reggio Emilia wordt gesproken over de 100 talen. Manders maakt zichtbaar en voelbaar wat de taal van materiaal is.

‘En wanneer is het af?’ vraagt de interviewer. ‘Wanneer ik wil dat het af is. Ik ben een gebouw aan het maken, dat is eigenlijk op elk moment af.’ Elk werk dat Mark Manders maakt is onderdeel van een groot Zelfportret als Gebouw. ‘Het is natuurlijk pas echt af als ik dood ben. Maar het is nu ook af. Zoals een encyclopedie of zoals de wereld, die is ook altijd af’. En zo gaat het ook bij jonge kinderen. Het is duidelijk wanneer het af is, dat beslissen ze zelf. Maar op een ander moment tekenen of bouwen ze weer verder. Omdat het werk daarom vraagt en omdat het een ander moment is.

Als 18 jarige wilde Manders schrijver worden en hij maakte van pennen en ander schrijfmateriaal een plattegrond van een gebouw. Het was de bedoeling om de rest van zijn leven te schrijven over dit gebouw. Alleen kwam hij er gaandeweg achter dat hij veel beter met voorwerpen, met dingen, kon schrijven. ‘Dingen hebben een heel andere relatie met het denken dan het schrijven. Ik maak eigenlijk gewoon woorden. Dit is een boek’, en hij pakt een boek. ‘Dit is een tafel’, en hij wijst op een zelfgebouwde tafel. ‘Er is altijd iets mee maar dit is een tafel!’ Wij investeren in ons onderwijs veel in taal en in het leren lezen en schrijven. Maar als je kinderen de mogelijkheid geeft om in een atelier te werken blijkt dat ze heel ontvankelijk zijn voor die andere talen. Je gedachten ‘vastvriezen’ in materiaal. En die mogelijkheid creëer je niet omdat het een doel dient of omdat het noodzakelijk is of om wat voor reden dan ook maar zoals Manders zegt: ‘gewoon omdat je dat kan als mens’.

Er zijn natuurlijk ook veel verschillen tussen een kunstenaar als Mark Manders en kinderen. Naast dat de gedachten en het werk van een kunstenaar natuurlijk veel meer en verder uitgekristalliseerd zijn vind ik het meest opvallende verschil dat kinderen eigenlijk altijd lijken te willen samenwerken. Dat alles in kinderen gericht lijkt op communiceren met hun omgeving. Manders zegt dat het hem fijn lijkt om samen te werken, zoals een strijkkwartet bijvoorbeeld samenwerkt. Maar hij is vooral geïnteresseerd in kunnen zien wat 1 persoon heeft gedacht.

De laatste shampoo-fles is in de rugzak gepropt. De kinderen losgeweekt van Bachelor-project en het geven van een zomercursus. We gaan met wijd open ogen op weg naar Venetië.

Bekijk hier de aflevering van Hollandse Meesters over Marc Manders.